Rabbijn De Leeuwe springt op van zijn stoel terwijl hij vraagt of wij weten waarover Jacob en Esau ruzie maakten in de buik van hun moeder Rebekka, zij schopten elkaar (Gen. 25,22). ‘Wij...’ zijn een groep Christenen en Joden die samen een Talmoedische tekst lezen over de messias. Rabbijn De Leeuwe had de tekst ter beschikking gesteld als voorproefje van het volgend jaar te verschijnen derde deel van zijn Sanhedrien Vertaling bij uitgeverij Skandalon. Even blijft het stil. Dan beantwoordt rabbijn De Leeuwe zijn eigen vraag: “Jacob had aan Esau gevraagd of er leven is ná de geboorte. Esau had schamper gelachen. Ze hadden het toch goed in de buik van Rebekka. Er is genoeg te eten, het is hier lekker warm, wat wil je nog meer?”
28 oktober 1965!
De ontmoeting vindt plaats één dag vóór de 60e jaardag van het Concilie-document Nostra Aetate-IV (28 oktober 1965) over de verhouding van de Kerk tot de verschillende niet-christelijke godsdiensten. Belangstellende gemeenteleden en theologen zijn bijeen gekomen in de Oosterkerk te Zwolle. Zij hebben gehoor gegeven aan de oproep in de Verklaring Nostra Aetate-IV om als Christenen en Joden “elkaar beter te leren kennen en meer te leren waarderen, vooral door middel van Bijbelse en theologische studies, en door een broederlijke dialoog” - zoals dat zestig jaar geleden nog heette.
Actief of passief verwachten
De Talmoed-teksten zijn thuis bestudeerd, zodat het gesprek tussen de deelnemers direct op gang komt. De huidige chaos in de wereld roept immers de vraag naar de messias op, zoals dat vaker in de geschiedenis gebeurd is. Heel vaak zelfs! Maar telkens bleek de messias niet te komen. Vandaar dat het intense verlangen naar de messias getemperd wordt door sterke rabbijnse terughoudendheid. Een lange discussie in de Talmoed tussen rabbi Eliëzer en rabbi Jehosjoea over de vraag of we actief dan wel passief de messias moeten verwachten, eindigt onbeslist. De voor een actief verwachten van de messias pleitende Rabbi Eliëzer hult zich uiteindelijk in een veelzeggend zwijgen.
Hoe de messias herkennen
Het aantal diverse meningen over het komen van de messias is groot in de Talmoed. Maar, zo wordt van Joodse zijde betoogd - in iedere generatie is potentieel de messias aanwezig. In ieder mens schuilt een goddelijk vonkje, ook in de messias. Alleen, hij wordt nog niet door iedereen herkend, terwijl dat één van de kenmerken van de messias is. “Hoe herkennen wij de messias dan?”, vraagt één van de deelnemers aan het gesprek. Rabbijn De Leeuwe neemt ons mee naar een andere Talmoedische tekst waar de messias zit in de poort van Rome tussen arme zieken, die bezig zijn al hun wonden te verbinden. Ook de messias doet dat, maar hij verbindt zijn wonden één voor één, zodat hij direct beschikbaar is als hij weggeroepen zou worden om ergens hulp te bieden. Dááraan kun je hem herkennen! Op de vraag wanneer hij komt, antwoordt de messias dan ook: “Vandaag”. Als de vragensteller zich de volgende dag bedrogen voelt omdat de messias niet gekomen is, krijgt hij als antwoord: “De betekenis van wat hij tegen jou heeft gezegd, staat geschreven in Psalm 95,7: ‘Ik kom vandaag als jullie luisteren naar mijn stem.’” Waarna opnieuw de vraag besproken wordt of de Messias op actieve dan wel op passieve wijze verwacht moet worden …
Velerlei inzichten
De middag beginnen we met een vraag: ‘Hoe verhoudt jouw beeld van Jezus van Nazareth/Jezus Christus zich tot de gelezen Talmoedtekst?’ Van joodse zijde wordt eraan herinnerd dat rabbijnen het altijd oneens zijn met elkaar, omdat er 49 poorten van kennis en inzicht zijn. Ieder redeneert vanuit zijn eigen inzicht. Iemand anders voegt eraan toe: ‘Ik ga ervan uit dat al die inzichten bij elkaar komen. De 49 poorten leiden immers tot het paleis van Gan Eden (paradijstuin), zodat de boom van het leven voor ieder bereikbaar is.’
Geloof ván Jezus & geloof ín Jezus
Van christelijke zijde wordt gezegd: ‘Wij hebben Jezus herkend als Messias, en wachten ook op Hem.’ Een Joodse gesprekspartner vraagt: ‘Zou het kunnen zijn, dat Jezus die uit de dood opstaat en weer terug is, maar dan niet in een gestalte met hetzelfde uiterlijk, maar wél met dezelfde vonk. Het lichaam is immers een masker, de ziel daarentegen een goddelijke vonk.’ Een christelijke stem reageert: ‘Zou het kunnen zijn dat bij ons alles zich concentreert op Christus Jezus als de Messias. En dat de Joodse traditie meer focust op Gan Eden. Het gaat om koning Messias, maar vooral om datgene wat Hij teweeg brengt: de hele wereldorde verandert Hij.’ Al snel gaat het over het onderscheid tussen het Joodse geloof ván (!) Jezus én het christelijk geloof ín (!) Jezus, en hoe die twee zich tot elkaar verhouden. Bijten die elkaar? Of gunnen ze elkaar het licht in de ogen? Opeens staan Jacob en Esau mij opnieuw voor de geest. Niet als ruziemakende foetussen, maar als door schade en schande wijs geworden broers. Ik moet denken aan de vraag van rabbi Naftali Zvi Berliner (1816-1893): “Is de hartelijke ontmoeting, waarbij Esau Jacob kuste (Gen. 33,4) niet een sleuteltekst met betrekking tot de Joods-christelijke verhoudingen?
De symboliek van het kruis
Iemand zegt: “Ik geloof echt ín Jezus. Ik bid tot hem, wil Hem alle eer geven en denk daarmee God te eren. Geloof is voor mij vertrouwen. Gods Geest komt in mij, en geeft mij vrede. Jezus stierf als Paaslam, verzoening door voldoening. De hele Tenach gebeurt in Hem.” Dan volgt een gedachtewisseling over de betekenis van het kruis als Romeins instrument om mensen te doden. ‘Wat is het belang van het kruis?’, wordt van Joodse zijde gevraagd. Een aanwezige vader vertelt hoe hij één van kinderen had zien staan in de schaduw van een monumentaal kruis. De indruk die dat op hem maakte, staat op zijn gezicht te lezen. De symboliek van het kruis is sterk emotioneel geladen. ‘De wereld is gebouwd op liefde, en zo moet het ook weer worden’, reageert Rabbijn De Leeuwe.
Waar staan we in de Joods-christelijke dialoog?
Naar huis terugrijdend vroeg ik me af of we elkaars geloofsovertuiging voldoende bevraagd hebben. Het heeft immers geen zin om alle verschillen met de mantel der liefde te bedekken. Of hebben we deze fase in de Joods-christelijke dialoog achter ons. Respecteren wij elkaars waarheid zonder dé waarheid voor onszelf te claimen? Soms denk ik, waarom zou één en dezelfde tekst niet verschillend begrepen mogen worden, zodat de waarheid van de ander opeens oplicht in mijn eigen ogen.
Reinier Gosker
De Wijk, oktober 2025
