Henk Vreekamp nam je graag mee naar een locatie waar hij de verhalen van Israël of de verhalen van de volken het beste kon horen, naar de de hei, of naar het Domplein. Op zo’n plaats stond hij stil en luisterde aandachtig. Hier gebeurt meer – zei hij - dan wanneer je theologie bedrijft achter je bureau. Zo’n locatie vond ik een paar jaar geleden in de Santa Maria Maggiore in Rome. Ik noteerde drie impressies.
De eerste impressie spoort met de eerste these van Hans Schravensande. De Santa Maria Maggiore in Rome biedt namelijk een liturgische ruimte, waarin een verbinding tot stand wordt gebracht met de Joodse Wet en Profeten. Links en rechts aan de wanden van het schip verschijnt een reeks vijfde-eeuwse mozaïeken. Het blijkt een feest van verhalen te zijn over het volk Israël: enerzijds Abraham, Isaak en Jakob levend in hoop en verwachting en anderzijds het leven van het volk, dat uit Egypte wordt gevoerd en dat de Wet van Mozes ontvangt en dat zich opmaakt om het nieuwe land in te gaan. Pas aan helemaal het eind van het schip, bij de triomfboog, op de overgang naar de absis, zie je een paar verhalen over de geboorte van Jezus Christus. De gemeente in het schip kijkt dus samen met Israël naar deze vervulling, maar haar leven in het hier en nu deelt ze met Israël. Ik was verrast. Het leek waarachtig wel alsof hier ooit een christelijke gemeente samen met Israël op weg was naar de vervulling. Het begon te tintelen in me: zo kan je de liturgie dus structureren. Laat deze verhalen de dienst uitmaken in de kerk. Dan is ze goed op weg.
De tweede impressie kwam even later. In een nevenruimte van diezelfde kerk werd een dienst gehouden, waarbij de tinteling totaal verdween en waar het dogmatisch klimaat heerste waarvoor Hans Schravensande in zijn tweede these waarschuwt. Hier had de kerk de plaats van Israël ingenomen. En ineens klonk alles anders. De verhalen in het schip van de kerk verbleekten in het licht van de triomfboog, waar Jezus als Heer verscheen. En zo werd op slag duidelijk waar de wortel van het probleem zat. Niet alleen de kerk is in de plaats van Israël gekomen, ook Jezus Christus is in de plaats van Israël gekomen. De kerkelijke vervangingsleer stoelt op de christologische vervangingsleer. Daar zit de ontsteking. En dat ziekt dóór, ook bij goed bedoelende theologen, in halve zinnetjes, in kleine gebaren. Ik weet dat er iets grondig mis is met de manier waarop christenen Jezus belijden. Daar ligt nog veel werk te doen. We zullen eerst oor moeten krijgen voor het ‘nee’ dat vanuit het Joodse volk klinkt tegen die belijdenis. In dat ‘nee zit een betrokkenheid op het geheim van de Messias en zonder dat ‘neen’ gaan we met dat geheim aan de haal. We zullen vervolgens hard moeten oefenen om de Apostolische geloofsbelijdenis in haar oorspronkelijke vorm te laten klinken, door om zo te zeggen muziek te maken met authentieke instrumenten. Ik ga dat morgen in een leerhuis proberen. Kijken of dat werkt.
De derde impressie kwam achteraf, toen ik de Santa Maria Maggiore verliet en me afvroeg wat dit allemaal te betekenen had midden in het kabaal op straat. Daarover gaat de derde these van Hans Schravensande: wat betekent dit voor het leven van een volk in een eigen land en voor het doen van de geboden van dag tot dag en dat alles in het verblindende licht van Gods toekomst. Hier kom je niet weg met diepzinnigheidjes. Hier worden we met de werkelijkheid geconfronteerd. In deze werkelijkheid gaat het ons voor en na om dat ene: het bestaan van het Joodse volk. Over het bestaan van God zijn we al eeuwen aan het marchanderen. Maar over het bestaan van het Joodse volk valt niet te marchanderen. De manier waarop het Joodse volk leeft en reflecteert op het leven confronteert ons met de realiteit van dag tot dag. Hoe kan een volk leven zonder eigen grond en zonder eigen recht? En hoe kan de mensheid doen alsof dat er niet toe doet? Hoe vindt je de weg als niemand je de weg wijst? En waarom zou je die aanwijzing niet als een gebod volgen? En tenslotte: is er hoop voor deze wereld als er geen God is die al dit kostbare leven in zijn geheugen bewaart?
Maarten den Dulk
(terug naar) Tweede symposium ter nagedachtenis van Henk Vreekamp